Onlangs verscheen de nieuwe editie van Het Liegend Konijn (2021/1), dat opent met het eerste canto uit de Fausta-reeks van Evi Aarens. ‘Tot mijn genoegen springt het Konijn ook dit keer weer speels alle kanten op,’ oordeelt recensent Hans Puper op de website van Meander Magazine. Hij besteedt in zijn bespreking uitvoerig aandacht aan het lange gedicht van Evi Aarens:
Net als in 2019/2 opent Evi Aarens de bundel. Ik was toen verbaasd over de kwaliteit van haar sonnetten. Ik citeer: “Evi Aarens [schreef] een sonnettenkrans (…) die zo goed is dat je in verwarring raakt, want hier manifesteert zich een natuurtalent dat de schijn wekt al zeer ervaren te zijn. (…) Is Evi Aarens een pseudoniem, samengesteld uit Adam, Eva en misschien nog een andere naam? En is Evi echt zo jong?” Ja, dat is ze. Zie de auteurspagina van uitgeverij Cossee, waar haar bundel Disoriëntaties binnenkort uitkomt.
Ditmaal schreef zij een lang gedicht: ‘Het is nog vroeg als ik mijn huid opraap (een canto)’ (p. 14-18). Een canto van ongeveer dezelfde lengte als die van Dante in de Goddelijke Komedie en in dezelfde vorm: terzinen en één eindregel. Taal speelt een cruciale rol: ‘Als lid van het geslacht van mensen droom ik van / Een taal die oud en toen met nieuw en thans verbindt.’ (p. 15). Of: ‘Een fluistering in het totaaldebat, dat is mijn wens. / De rol van figurant in het gesprek dat ooit begon / En tot het einde van de vloed intens blijft razen.’ (p.16).
Puper komt tot een wervelend eindoordeel:
Aarens heeft een goede vormbeheersing. Ze schakelt de terzinen aan elkaar met vol- of klinkerrijm, het metrum is overwegend jambisch, met antimetrieën die de inhoud ondersteunen: ‘Geen God, profeet. Niets …’; samen met binnenrijm, alliteratie en klinkerrijm geeft dit een aantrekkelijk ritme. Ik vind dit het meest verrassende en misschien wel beste gedicht van dit deel van Het Liegend Konijn.
De volledige bespreking is hier te lezen.
Het leesexemplaar van Het Liegend Konijn (2021/2) is (inclusief het volledige canto van Evi Aarens) hier te downloaden.
